do. jun 1st, 2023

Eerste Lezing: Handelingen 6, 1-7

Toen in die dagen het aantal leerlingen steeds toenam, begonnen de
Hellenisten tegen de Hebreeën te morren, omdat bij de dagelijkse
ondersteuning hun weduwen achtergesteld werden. De twaalf riepen
nu de leerlingen in vergadering bijeen en zeiden: ‘Het past niet dat
wij het woord Gods verwaarlozen door de zorg voor de ondersteuning. Ziet dus uit, broeders, naar zeven mannen uit uw midden, van
goede faam, vol van geest en wijsheid. Hen zullen wij dan met dit
ambt bekleden, terwijl wij onszelf blijven wijden aan het gebed en de
bediening van het woord.’ Dit voorstel vond instemming bij de gehele
vergadering en zij kozen Stefanus, een man vol geloof en heilige
geest, Filippus, Próchorus, Nikánor, Timon, Parmenas en Nikolaüs,
een proseliet uit Antiochië. Dezen werden aan de apostelen voorgedragen, die na gebed hun de handen oplegden. Het woord Gods
breidde zich uit en het aantal leerlingen in Jeruzalem vermeerderde
sterk; ook een groot aantal priesters gaf zich gewonnen aan het geloof.

Antwoordpsalm : Psalm 33

Geef ons, Heer, uw barmhartigheid,
zoals wij op U vertrouwen.
Jubelt, gerechtigen, voor de Heer,
wie vroom is dient Hem te loven.
Eert dan de Heer met citerspel,
en speelt voor Hem op de harp.
Oprecht is immers het woord van de Heer
en al wat Hij doet is betrouwbaar.
Recht en gerechtigheid heeft Hij lief,
de aarde is vol van zijn mildheid.
Maar het is God die zijn dienaars bewaakt,
hen die op zijn gunst vertrouwen.
Dat Hij hen redden zal van de dood,
bij hongersnood hen zal voeden.

Tweede Lezing: Eerste Brief van Petrus 2, 4-9

Dierbaren, treedt toe tot de Heer, de levende steen, door de mensen
verworpen, maar uitverkoren en kostbaar in het oog van God. Laat
ook uzelf als levende stenen voegen in de bouw van de geestelijke
tempel. Draagt als een heilige priesterschap geestelijke offers op, die
welgevallig zijn aan God door Jezus Christus. Daarom staat er in de
Schrift: ‘Ik leg in Sion een steen, een uitverkoren, kostbare hoeksteen. En wie op Hem vertrouwt, zal niet worden teleurgesteld.’
Kostbaar, dat geldt voor u die gelooft. Maar voor de ongelovigen
geldt: ‘De steen die de bouwers hebben afgekeurd, die is de hoeksteen geworden,’ maar ook ‘een steen waaraan zij zich stoten, een
rots waarover zij struikelen.’ Zij sloten zich, omdat zij het woord weigeren te gehoorzamen; en daartoe waren zij ook bestemd. Maar gij
zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijke priesterschap, een heilige natie, Gods eigen volk, bestemd om de roemruchte daden te verkondigen van Hem die u uit de duisternis heeft geroepen tot zijn wonderbaar licht.

Evangelie: Johannes 14, 1-12

In die tijd zei Jezus tot de leerlingen: ‘Laat uw hart niet verontrust
worden. Gij gelooft in God, gelooft ook in Mij. In het huis van mijn
Vader is ruimte voor velen. Ware dit niet zo, dan zou Ik het u hebben
gezegd, want Ik ga heen om een plaats voor u te bereiden. En als Ik
ben heengegaan en een plaats voor u heb bereid, kom Ik terug om u
op te nemen bij Mij, opdat ook gij zult zijn waar Ik ben. Gij weet
waar Ik heenga en ook de weg daarheen is u bekend.’ Tomas zei tot
Hem: ‘Heer, wij weten niet waar Gij heengaat: hoe moeten wij dan
de weg kennen?’ Jezus antwoordde hem: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader tenzij door Mij. Als gij
Mij zoudt kennen, zoudt gij ook mijn Vader kennen. Nu reeds kent gij
Hem en ziet gij Hem.’ Hierop zei Filippus: ‘Heer, toon ons de Vader;
dat is ons genoeg.’ En Jezus weer: ‘Ik ben al zo lang bij u en gij kent
Mij nog niet, Filippus? Wie Mij ziet, ziet de Vader. Hoe kunt ge dan
zeggen: Toon ons de Vader? Gelooft ge niet dat Ik in de Vader ben
en de Vader in Mij is? De woorden die Ik u zeg, spreek Ik niet uit Mijzelf, maar het is de Vader die, blijvend in Mij, zijn werk verricht. Gelooft Mij: Ik ben in de Vader en de Vader is in Mij. Of gelooft het anders omwille van de werken. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie in Mij
gelooft, zal ook zelf de werken doen die Ik doe. Ja, grotere dan die
zal hij doen, omdat Ik naar de Vader ga.’

Bezinning op het Evangelie : Niet jij kiest de weg

De kracht van de gemeenschap

Toch hebben wij, mensen, nood aan anderen die ons helpen de weg te vinden. Als deze tijd mij iets duidelijk maakt, dan is het dat de gemeenschap wezenlijk is om de weg van het geloof te gaan. Gelukkig kunnen mensen via het internet en de sociale media in deze dagen proeven van liturgische schoonheid. Het helpt hen de band met de grotere kerkgemeenschap enigszins te behouden. En ook andere vormen van solidariteit via handgeklap en klokgelui zijn hartversterkend. Maar het blijft stuk- en plakwerk. De levende aanwezigheid van mensen om je heen, het vuur van het meebidden en samen zingen – hoe onvolmaakt vaak ook – is onvervangbaar. Enkel op onszelf aangewezen dreigt de weg vaag te worden en zijn wervende kracht te verliezen.

Maar de weg kiest jou

We kunnen nu nog maar dromen hoe we de draad weer zullen oppakken. We zullen opnieuw wegen moeten vinden die ons zonder angst weer dichter bij elkaar kunnen brengen. De weg is minder uitgetekend dan we soms zouden willen. We stoten af en toe op obstakels en ontgoochelingen die maken dat we de weg niet meer zien. In plaats van ons door de weg te laten meevoeren, kruipen we dan eerder in onze schulp (‘ons kot’). Ook te midden van de beperkingen die de huidige tijd ons oplegt (voor hoe lang nog?), kijken we beter voor en naast ons uit. Naar wie niet kan volgen. Naar wie de moed verliest of geen adem meer heeft om te volgen. Hen de hand reiken, nu even nog niet te fysiek maar wel creatief, maakt deel uit van de weg waarop Jezus met ons gaat. Die voert naar de ruimte van liefde die de Vader is. Hij roept en wenkt ons, niet vanuit een verre toekomst, maar hier en vlakbij waar we onderweg zijn. En dan is het juist wat die grote christen en mysticus Dag Hammarskjöld zei: “Niet jij kiest de weg, maar de weg kiest jou.” Ik wens ons allen toe dat we blijven durven geloven in die weg en er ons laten op meenemen.

(jh)

Door SC