Eerste Lezing: Spr 8,22-31
Zo spreekt de wijsheid van God: De Heer schiep mij vóór al het bestaande, vóór al wat Hij vanouds gemaakt heeft. Van eeuwigheid ben ik gevormd, lang vóór het begin der aarde. Toen er nog geen oceanen waren, was ik reeds geboren, vóór er bronnen waren, overstromend van water. Voordat de bergen geplaatst werden, en vóór de heuvels, werd ik geboren. De aarde had Hij nog niet geschapen met
haar vlakten, noch ook de kostbare grondstoffen in haar schoot. Toen Hij de hemel grondvestte, was ik erbij en toen Hij een kring trok rond de wereldzee. Toen Hij de wolken boven bevestigde, en de bronnen
aanbracht in de diepte, toen Hij de zee haar grenzen wees, opdat het water zijn oevers niet te buiten zou gaan, toen Hij de fundamenten legde voor de aarde, was ik aan de zijde van de Kunstenaar, en was ik zijn troetelkind, dag voor dag, en speelde ik aldoor voor zijn aangezicht. Ik speelde over het oppervlak van zijn aarde, en het was me een genot bij de mensen te zijn.
Antwoordpsalm : Ps 8
Heer, onze Heer, hoe ontzagwekkend is uw Naam op aarde!
Als ik naar de hemel kijk, het kunstwerk van uw vingers,
als ik maan en sterren zie, die Gij daar hebt gezet.
Ach, wat is de mens dan, dat Gij naar hem omziet,
‘t mensenkind, dat Gij zo voor hem zorgt?
Niet veel minder dan een engel hebt Gij hem geschapen,
hem omkleed met schoonheid en met pracht.
Heel uw schepping aan hem onderworpen,
alles aan zijn voeten neergelegd.
Runderen en schapen overal,
ook de wilde dieren op de velden.
Vogels in de lucht en vissen in de zee,
al wat wemelt in de oceanen.
Tweede Lezing: Rom 5,1-5
Broeders en zusters, gerechtvaardigd door het geloof leven wij in vrede met God door Jezus Christus onze Heer. Hij is het, die ons door het geloof de toegang heeft ontsloten tot die genade waarin wij
staan; door Hem ook mogen wij ons beroemen op onze hoop op de heerlijkheid Gods. Meer nog, wij zijn zelfs trots op onze beproevingen, in het besef dat verdrukking leidt tot volharding, volharding tot
beproefde deugd en deze weer tot hoop. En de hoop wordt niet teleurgesteld, want Gods liefde is in ons hart uitgestort door de heilige Geest die ons werd geschonken.
Evangelie: Joh 16,12-15
In zijn afscheidsrede zei Jezus tot zijn leerlingen: “Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het nu nog niet dragen. Wanneer Hij echter komt, de Geest der waarheid, zal Hij u tot de volle waarheid brengen.
Hij zal niet uit zichzelf spreken, maar spreken al wat Hij hoort en u de komende dingen aankondigen. Hij zal Mij verheerlijken omdat Hij aan u zal verkondigen wat Hij van Mij ontvangen heeft. Daarom zei Ik, dat Hij aan u zal verkondigen wat Hij van Mij ontvangen heeft. Al wat de Vader heeft, is het Mijne.”